Welk type klimmen past bij mij?
Klimmen is niet hetzelfde als klauteren: wie voor het eerst gaat klimmen, moet weten waaraan hij of zij begint. Met onze kleine gids rondom klimmen kom je erachter welk type klimmen bij jou past – en waar je precies welk soort kunt leren.
Langs de via ferrata in Innsbruck. © Frank Stolle
1. Boulderen in de sporthal
Wat is het?
Boulderen is klimmen zonder touw of veiligheidsvoorziening - tot een hoogte waarvan je veilig naar beneden kunt springen. De handgrepen van hard plastic worden kleiner en staan verder uit elkaar, naarmate de moeilijkheidsgraad toeneemt. De routes zijn kort en afwisselend, je kunt gemakkelijk moeilijk en makkelijk combineren.
Voor wie?
Voor iedereen: zowel absolute beginners als gevorderde klimmers die bij slecht weer aan hun techniek willen werken. Dit klimtype is bijzonder geschikt voor kinderen omdat ze hier spelenderwijs in de wereld van het klimmen worden geïntroduceerd.
Waar?
Bijna overal in Tirol vind je boulderhallen. Soms vind je ze ook grotere klimhallen. Voor beginners is bijvoorbeeld het die Bergstation in Telfs met ongeveer 140 boulders een aanrader. Een basiscursus voor jongeren en volwassenen omvat twee cursussen van ongeveer 2 uren.
2. Boulderen in de vrije natuur
Wat is het?
Wie wil boulderen in de vrije natuur, vind hier geen handgrepen. In plaats daarvan moeten jouw voeten en handen zich tevredenstellen met de spleten en richels in de rotsen. Als bescherming worden vaak dikke bouldermatten gebruikt, quasi zachte vloermatten die compact kunnen opgevouwen worden. Als alternatief kan ook iemand achter de klimmer gaan staan om hem of haar op te vangen.
Voor wie?
Voor iedereen die al ervaring heeft opgedaan in de boulderhal, eigen klimschoenen heeft en op zoek is naar een nieuwe uitdaging met een extra portie frisse lucht.
Waar?
Op eigen houtje overal waar grotere rotsformaties zijn. "Mandlers Boden" in het Pitztal is populair. De boulderblokken hebben een moeilijkheidsgraad van 3a ("lage moeilijkheidsgraad") tot 7a ("hoge moeilijkheidsgraad", gevordere kennis vereist). Een alternatief is het Silvapark bij Galtür.
Boulderen in Silvapark Galtür. © TVB Paznaun-Ischgl
3. Via ferrata
Wat is het?
Via ferrata's zijn met ijzeren pinnen en staalkabels uitgestippelde paden die over de rotswand leiden. De klimmers dragen wandel- of bergschoenen, klimharnas, een helm, handschoenen en een via ferrata-set; de karabijnhaken worden als beveiliging aan de staalkabel gehaakt. Via ferrata's maken vaak deel uit van moeilijkere wandelingen.
Voor wie?
Voor alle wandelaars die een etra uitdaging zoeken - en die naast de benodigde uitrusting beschikken over uithoudingsvermogen en geen hoogtevrees hebben. Beginners en kinderen raden we niet aan op eigen houtje een via ferrate te beklimmen.
Waar?
Gecertificeerde berggidsen van het Alpenverein bieden in alle klimregio's basiscursussen aan. De via ferrata bij de Stuibenfall, die naar de hoogste waterval van Tirol leidt, is een aanrader voor gezinnen.
De via ferrate bij de Stuibenfall. © Frank Stolle
4. Klimmen indoor
Wat is het?
Hierbij klim je langs verschillende veeleisende routes in de sporthal. Langs de route vind je meerdere handgrepen. De klimmuren zijn 5 tot 25 meter hoog. In tegenstelling tot boulderen dragen de klimmers een klimharnas en worden gezekerd door een tweede persoon.
Voor wie?
Klimmen in de sporthal is ideaal voor beginners, zodat ze de sport kunnen leren kennen zonder grote veiligheidsrisico’s. De benodigde uitrusting - klimschoenen, klimharnas en touw - kan meestal ter plaatse worden gehuurd. In sporthallen kan je ook ’s avonds nog een partijtje klimmen.
Waar?
In de Innsbruck bevindt zich de grootste klimhal van Tirol met meer dan 500 routes. Het Kletterzentrum Innsbruck is ook populair bij professionele klimmers en er is ook een uitgebreid cursusaanbod. Bij mooi weer kun je ook buiten klimmen.
5. Klimmen in een klimpark
Wat is het?
Dit soort klimmen is te vergelijken met klimmen in een sporthal - met het verschil dat klimmen in de natuur onvoorspelbaarder is. Grillige spleten en scherpe kanten zorgen voor dat beetje meer spanning. Klim je in een klimpark dan vind je langs de routes veiligheidshaken op regelmatige afstanden: aan deze metalen ogen worden zogenaamde “quickdraws” bevestigd, waar het touw doorheen wordt gevoerd om de klimmer te zekeren. Een tweede persoon beveiligt vanop de grond. De routes zijn maximaal 25 meter. Naast klimschoenen, een helm, een klimharnas en karabijnhaken dragen de klimmers een magnesiumzakje bij zich om bezwete handen te drogen en weer een goede grip te hebben.
Voor wie?
Voor iedereen die al eerder in de sporthal heeft geklommen en bij voorkeur over eigen klimtuig beschikt. Beginners en kinderen moeten altijd worden gezekerd en door een ervaren klimmer. Er moet een EHBO-doos aanwezig zijn in geval van nood.
Waar?
De organisatie SAAC biedt gratis cursussen aan. De klimtuin Wiesensee bij St. Ulrich am Pillersee is perfect voor beginners en families. Afhankelijk van de route is de wand licht hellend tot licht overhangend.
In het klimpark Wiesensee. © Frank Stolle
6. Sportklimmen
Wat is het?
In tegenstelling tot het klimmen in een klimpark, ga je hier meer dan één touwlengte omhoog. Bij dergelijke multi-touwtochten zijn twee klimmers altijd samen onderweg, ze zijn verbonden door een touw en zekeren elkaar. Men klimt vooruit en haakt het touw in de bestaande klimhaak. Als de eerste klimmer een eerste rustplaats heeft bereikt - meestal een brede richel - volgt de ander en neemt het touw mee. Als de route bijzonder goed is beveiligd met klimhaken, wordt dit ook wel "plaisir-klimmen" genoemd.
Voor wie?
Gevorderde klimmers. Beginners moeten vooraleer ze willen sportklimmen in een klimpark oefenen en hun capaciteiten kunnen beoordelen want wie een rots gaat beklimmen, kan niet zomaar afbreken omwille van hoogtevrees. En ze mogen alleen kortere tochten maken, met een ervaren kliminstructeur en enkel bij mooi weer.
Waar?
Kliminstructeurs kun je o.a. boeken bij het Alpenverein. Ze kunnen het beste inschatten welke klimroutes geschikt zijn voor welk niveau.
Langs de route Another Play in het Paradise bij de Dolomitenhütte in Osttirol.
7. Alpine klimmen
Wat is het?
Meestal zijn dit multi-touwtochten waarbij slechts een deel van de route is uitgerust met klimhaken. Hoe ze verder naar boven komen, moeten de klimmers zelf bepalen. Dit vereist niet alleen het juiste gereedschap, maar ook vele vaardigheden - en de kennis wanneer en waar je het beste een verdere klimhaak kunt bevestigen. Bij het zogenaamde vrij klimmen worden de haken in principe alleen gebruikt voor jouw veiligheid. Bij technisch klimmen kunnen de haken ook actief worden gebruikt om je verder te bewegen langs de route, bijvoorbeeld door jezelf eraan op te trekken bij afwezigheid van andere uitsteeksels.
Voor wie?
Waar zich geen klimhaken bevinden, neemt het risico natuurlijk toe. Deze vorm van klimmen is alleen aan te raden voor ervaren sporters.
Waar leer je dit soort klimmen?
Met veel geduld en doorzettingsvermogen blijven oefenen onder begeleiding van ervaren klimmers.
8. Avontuurlijk klimmen
Waar?
In je eentje het onbekende tegemoet! Bij avontuurlijk klimmen zijn er geen klimhaken en is er dus geen hulp bij het klimmen. Bij het kiezen van de beste weg naar de top zijn de klimmers relatief flexibel - maar moeten daarom veel meer op hun omgeving en veiligheid letten. De haken van de eerste klimmer worden meestal uitgetrokken door de tweede klimmer, waardoor de muur "schoon" blijft.
Voor wie?
Alleen voor ervaren bergbeklimmers - met een voorliefde voor complexere tochten.
9. Vrij klimmen (free solo)
Wat is het?
Klimmen zonder touw en karabijnhaken. Dit maakt de "free solo" de meest extreme vorm van klimmen, aangezien er geen enkele vorm van beveiliging is. Uitermate gevaarlijk dus en echt geen aanrader! Iedereen die valt bij het vrije klimmen, kan sterven.
Voor wie?
Free solo is iets voor échte kenners.