Een indrukwekkende 266 toppen van drieduizend meter rijzen hier de hemel in, vooral in het Nationaal Park Hohe Tauern, rond de Großvenediger en de Großglockner. Met 3.798 meter is het de hoogste berg van de Alpenrepubliek. Het is een echte magneet voor bergbeklimmers en wandelaars sinds de pioniersdagen van het alpinisme meer dan 200 jaar geleden.
Oost-Tirol, dat zich als exclave van de deelstaat Tirol uitstrekt van de ruige rotsen van de Hohe Tauern tot aan de Lienz Dolomieten, heeft 33 gemeenten, waarvan er veel aan de zonnige kant van de Alpen liggen. De zuidelijke flair is vooral merkbaar in de districtshoofdstad Lienz, niet in de laatste plaats door de palmbomen die overal een vleugje tropische zomer uitstralen. De mooie oude binnenstad met het kasteel Liebburg, de kerk Antoniuskirchl, de vele kleine cafés en winkels bieden een welkome afwisseling van wandeldagen, mountainbiketochten en winters skiplezier in het Großglockner Resort Kals-Matrei of het skicentrum Sillian.
Een paar kilometer naar het oosten, in Dölsach, vind je het Aguntum Museum, genoemd naar de enige Romeinse stad die ooit op Tirools grondgebied heeft bestaan. De opgravingen houden archeologen al jaren bezig. Enkele zeer ongerepte regio's zoals het Defereggendal, waar de alpenroos elk jaar weer wandelaars betovert, en het Villgratendal, waar natuurliefhebbers in alle rust en afzondering tot rust kunnen komen, zijn nog echte insidertips. Ver weg van alle luxe, laten ze je de essentie voelen.