Een bezoek aan de wereld van het Zillertaler bier.
Aan het begin presenteert het Zillertal zich met een brede, zonovergoten dalbodem. Het splitst zich af van het Inntal in het zuiden bij Jenbach, 40 kilometer ten oosten van Innsbruck, en wordt geflankeerd door de Kitzbüheler Alpen in het oosten en de Tuxer Alpen in het westen. In het begin kenmerken graanvelden en sappige weiden de vakantieregio, die wordt omringd door meestal licht stijgende berghellingen. In het Zillertal, dat wordt beschouwd als de bakermat van het alpinisme, houden de boeren tot op de dag van vandaag vast aan een natuurvriendelijke benadering van veeteelt en akkerbouw - vooral vanwege de typische, smakelijke hooimelkkaas. Naar het zuiden toe stijgt het 40 kilometer lange dal, dat samen met zijn zijdalen 25 gemeenschappen herbergt, aanvankelijk slechts licht. Pas vanaf Mayrhofen, waar het Zillertal zich splitst in het smalle Zemmtal met het bergbeklimmersdorp Ginzling en het Tuxertal, begint het sterk te stijgen. De Hintertuxer gletsjer vormt de kroon op het dal. Het skigebied is het hele jaar geopend - het enige in Oostenrijk.
Het Zillertal is een van de meest traditiebewuste en actieve regio's in Tirol en biedt een breed scala aan sporten, van mountainbiken tot raften. Oude klederdracht en volksfeesten, zoals het jaarlijkse Gauderfest in Zell am Ziller, laten zien dat de gebruiken hier ondanks de moderne toeristische infrastructuur in stand worden gehouden. De Zillertalbahn, een modern vervoermiddel dat nog deels wordt bediend door nostalgische stoomlocomotieven, past hier op een bepaalde manier bij. De grootste landschappelijke sensatie is het natuurpark Hooggebergte van de Zillertaler Alpen, met zijn 80 gletsjers en de talrijke toppen van drieduizend meter met de Hochfeiler (3.509 meter) als hoogste top. Het gebied is niet alleen grotendeels ongerept, maar ook bijzonder geschikt om te wandelen en te klimmen. In het koude seizoen kunnen vakantiegangers kiezen uit vier gevarieerde skigebieden met honderden kilometers aan pistes, langlaufen en winterwandelen.
Om opnieuw te koken