Trendactiviteiten die vrijwel geen CO2-voetdruk achterlaten
Trailrunning laat geen milieuschadelijke voetafdruk achter. © Ramon Haindl
1. Wildzwemmen – Jezelf onderdompelen in de natuur
Wildzwemmen in de Hintersteiner See. © Tirol Werbung, Jens Schwarz
De Tirolers kennen deze verjongingskuur al lang: wie bij het zien van een meer of bergbeek er niet alleen naar kijkt, maar ook even ìn het water gaat, voelt zich daarna herboren. Mensen die niet het geluk hadden om met deze natuurlijke zwemwateren te zijn opgegroeid, gaven de activiteit meteen een pakkende naam: ‘Wildzwemmen’. Deze nieuwe trendsport spreekt aan, er worden inmiddels hele boeken over geschreven. Misschien heeft dat te maken met de beroemde ‘afterglow’, een inwendige nagloei die je voelt na een bijzonder koude zwemsessie, omdat het lichaam massa’s endorfine heeft afgegeven door de kou. Of je nu in een bos- of bergmeer in het water gaat, zwemmen in de ongerepte natuur blijft een beleving. Hier zijn drie opties om dit te ervaren.
- Wildzwemmen voor beginners: de Möserer See bij Seefeld ligt relatief hoog op 1292 meter, maar is verre van diep in vergelijking met de andere meren. Dit betekent dat het meer snel opwarmt en in de zomer een aangename temperatuur heeft van 25 graden.
- De meren op de Thierberg in Kufsteinerland zijn in de zomer een populaire bestemming, vooral de Hechtsee trekt veel zwemmers aan. Voor wildzwemmen is Längsee het beste meer, dit ligt verscholen in het bos. Wie dit kleine zwemwater ontdekt, zwemt vervolgens in een van de meest oorspronkelijke meren van Tirol.
- Wie het afterglow-effect zelf wil ervaren, gaat in het voorjaar of de herfst naar de Piburger See in het Ötztal. Het meer ligt meer dan 900 meter hoog. Na het zwemmen kom je heerlijk bij in het ‘Gasthaus Seehäusl’ met een warm drankje.
2. Hike & Fly – geen vliegschaamte meer
Opstijgen, vertrekken, vlieg naar de volgende hut. © Tirol Werbung
Vliegen problematisch? Als je een scherm in een rugzak stopt en deze zelf de berg opdraagt; nog milieuvriendelijker door de lucht zweven bestaat niet. De sport heet Hike & Fly en is al een aantal jaar in volle bloei. Dit komt vooral door het materiaal, dat steeds compacter wordt. Waar je in het verleden een gigantische tas naar de lanceerplaats meenam, weegt een moderne vlieguitrusting nog geen vijf kilogram en past deze in een normale rugzak. Dit maakt ook de meerdaagse tochten mogelijk: afhankelijk van de thermiek, kun je eigenlijk van hut naar hut vliegen. De beste wandelpiloten kunnen enkele honderden kilometers afleggen in één tour. Een lichte paraglider en een goede dosis avontuur is niet genoeg: spelen met thermiek moet geoefend worden, een vliegdiploma met een uitgebreide theoretische training en veel ervaring zijn essentieel. Een goed begin van de sport: de tandemvlucht. Er zijn genoeg plekken voor een eerste vluchtpoging in Tirol:
- Hemelblauw aan de horizon, onder de bengelende voeten boven het diepe donkerblauw van het meer en tussen de limoenkleurige toppen van de Karwendel- en Rofan gebergtes: er zijn niet veel plaatsen die vluchtomstandigheden in Achensee kunnen overbruggen. Vliegscholen bieden hier cursussen en tandemvluchtlessen aan.
- Mensen die een paraglidingbrevet willen behalen, kunnen eens kijken op de vliegscholen in Wildschönau: bergen en heuvels zijn hier relatief zacht, sterke wind is zeldzaam en de hoogteverschillen zijn met een paar honderd meter overzichtelijk.
- Experts ontmoeten elkaar in het vlieggebied rondom Lienz in Oost-Tirol, die hier profiteren van de goede thermische omstandigheden en soms enorme afstanden afleggen. Sommige bereiken daarbij hoogtes van meer dan 4.000 meter, zelfs de Großglockerner ligt aan hun voeten.
3. Trailrunning – op eenzame paden
Trailrunning in Tirol. © Ramon Haindl
Wanneer je met snelle stappen over het wandelpad loopt, ben je dan een trailrunner of bergloper? Snelwandelaar of ambitieuze wandelaar? De grenzen zijn vervaagd, maar rennen in de bergen is in elk geval leuk, dat bewijzen de vele blogs en wedstrijden die profiteren van een snelgroeiend aantal deelnemers. Belangrijke tip voor beginners: laat verharde grindpaden over aan de zondagswandelaars, want trailrunning is het leukst als je daadwerkelijk op een trail bent, of op een pad dat weinig wordt gebruikt. De beginnende loper is verbaasd over hun eerste ronde trailrunning en hoe makkelijk het is om over takken en stenen te lopen. Een hartslagmeter met GPS-functie is nuttig. Zodra de mueslireep in de jaszak zit en de hardloopschoenen met een antislipprofiel zijn aangetrokken, staat er niets het loopplezier meer in de weg. De run is helemaal geslaagd, wanneer een mooi uitzicht je afleidt van de brandende dijbenen. Hier zijn drie opties waar dit gegarandeerd gaat lukken:
- De Almentrial aan de Achensee heeft het allemaal: wortelpassagers, technisch veeleisende rotstrajecten, een fantastisch uitzicht op de Karwendel gebergte en de Achensee. Het parcours is tevens mogelijk voor beginners, maar met bijna 14 kilometer is het ook geen kinderspel. Gelukkig is er wel tussendoor gelegenheid om bij tanken, op de Dalfazalm en de Buchauer Alm zijn twee mogelijkheden voor een snel stuk koolhydraat rijke taart.
- Ondanks dat de video’s op het internet vaak een andere indruk wekken, is trailrunning eigenlijk een laagdrempelige sport. Er is geen hightech apparatuur nodig en ook hoef je tijdens een route niet gelijk diverse toppen beklimmen. De run op de Bergisel bij Innsbruck is een mooi voorbeeld: het parcours heeft een paar pittige beklimmingen, maar eenvoudig genoeg dat het leuk blijft, ook voor beginners. En het steeds weer terugkerende uitzicht over de stad Innsbruck, maar het parcours nog mooier.
- Wie denkt aan hoogtemeters, zit het wel goed in Pitztal. In dit dal is de trend Trailrunning al vroeg opgepakt, er zijn trainingskampen, een ‘Trail Run Symposium’ en een speciaal ontwikkeld routesysteem dat bijvoorbeeld de weg wijst naar de prachtige Rifflsee-ronde. Maar let wel op, het Pitztal wordt niet voor niets ‘Het dak van Tirol’ genoemd, de lucht is merkbaar ijler op deze hoogte.
4. Foraging – verzamelen en genieten
Foraging in de Tiroler natuur. © Michael Ploner
Steeds meer mensen missen de verbinding tussen natuur en hun voeding, en gaan daarom zelf op zoek naar ingrediënten, ze trekken het bos in en dwalen over weiden speurend naar bessen, kruiden, paddenstoelen en bloemen. De trend heet ‘foerageren of het Engelse foraging’ en is al eerder ingezet door chefkoks van toprestaurants en terug te vinden in menu’s en boeken. In Tirol hoef je niet naar afgelegen gebieden te reizen voor een succesvolle zoektocht naar geschikte gewassen, veel eetbare planten vind je voor de deur, mits je weet waar je naar zoekt. In veel dorpen en dalen worden kruidenwandelingen onder begeleiding van een lokale expert georganiseerd. Vind hier een overzicht van de verschillende kruidenwandelingen.
5. Boulderen – klimmen zonder harnas
Boulderen in Silvapark Galtür. © TVB Paznaun-Ischgl
In tegenstelling tot klassiek bergbeklimmen, kun je met boulderen beginnen zonder cursus of basiskennis. Je hebt slechts een minimale uitrusting nodig; klimschoenen, een klimmat en een ‘chalk-bag’ voor meer grip op de rotsen. Bij boulderen ga je niet verder dan een hoogte waar je vanaf zou springen, zodat het gevaar van een val beperkt is. Daarom wordt boulderen ook wel ‘schaken voor het lichaam’ genoemd. In Tirol heeft de sport een lange traditie. Er zijn tal van bouldergebieden te vinden. Hier een aantal bijzondere tips:
- Het Silvapark hoog boven Galtür is het grootste en bekendste Bouldergebied in Tirol. In totaal zijn er 175 routes in verschillende moeilijkheidsgraden. Het park wordt vooral aanbevolen in de zomermaanden.
- Het kleine maar fijne Bouldergebied ‘Hualig Almeck’ bij Imst behoort tot de verborgen schatten van Tirol. Het gebied werd in 2018 geopend en biedt met zijn kalksteen de beste omstandigheden voor bouldering. De meeste routes hebben een gemiddeld tot hoge moeilijkheidsgraad, maar nog niet alle routes zijn ontdekt.
- Een bouldergebied dat zeker in de boeken staat: 176 grote rotsblokken her en der verspreid in een schilderachtig bos, vind je in Mandlers Boden in het Pitztal. De moeilijkheid is gevarieerd, ook kinderen en beginners hebben het hier naar hun zin. Het gebied is uitgestrekt, maar na een kleine wandeling vindt iedereen zijn ‘eigen’ rots.